Hier beschrijven wij op welke manier het proces meeste in zijn werk gaat:

1. Monstername en voorbereiding
Eerst wordt er een watermonster genomen uit de bron of het drinkwater.Het monster wordt vaak gefilterd om vaste deeltjes te verwijderen en soms geconcentreerd om de detecteerbare stoffen in hogere concentraties te brengen.
In sommige gevallen kan er een pre-concentratie of extractie stap nodig zijn om de verbindingen van interesse te isoleren. Dit kan bijvoorbeeld met behulp van vloeistof-vloeistofextractie of solid-phase extraction (SPE).
2. Vloeistofchromatografie (LC)
Het geprepareerde watermonster wordt geïntroduceerd in het LC-systeem.De vloeistofchromatografie scheidt de componenten in het watermonster op basis van hun chemische eigenschappen, zoals polariteit en oplosbaarheid. Dit gebeurt door het monster door een kolom te laten bewegen die is gevuld met een stationaire fase (vaak een fijnkorrelige silica of ander materiaal).
Terwijl het monster door de kolom beweegt, zullen de verschillende stoffen zich op verschillende snelheden scheiden, afhankelijk van hun interactie met de stationaire fase en de mobiele fase (de vloeistof die door de kolom stroomt).
De scheiding zorgt ervoor dat de componenten op verschillende tijdstippen de kolom verlaten, wat zorgt voor een heldere scheiding van de stoffen in het monster.
3. Massaspectrometrie (MS)
Nadat de stoffen zijn gescheiden, komen ze in de massaspectrometer terecht.Hier worden de moleculen geïoniseerd, meestal door een techniek zoals elektrospray-ionisatie (ESI) of chemische ionisatie (CI), waarbij ze worden omgezet in geladen deeltjes (ionen).
De ionen worden vervolgens gemeten op basis van hun massa-naar-ladingverhouding (m/z) in de massaspectrometer.
De massa-analyse levert informatie over de moleculaire samenstelling van de stoffen en kan helpen bij het identificeren van onbekende verbindingen in het monster.
Het massaspectrometer genereert een spectrum waarin de pieken de verschillende ionen vertegenwoordigen, en de intensiteit van de pieken geeft informatie over de hoeveelheid van elke stof die aanwezig is.
4. Data-analyse
De gegevens die uit de massaspectrometer komen, worden geanalyseerd door software om te identificeren welke stoffen in het watermonster aanwezig zijn, op basis van hun specifieke massa- en ladingseigenschappen.Er wordt vaak vergeleken met bekende referentiegegevens of spectrums om de aanwezigheid van specifieke verontreinigende stoffen te bevestigen.
5. Resultaten en rapportage
De resultaten worden geanalyseerd en gerapporteerd. De concentraties van verschillende stoffen die in het drinkwater worden aangetroffen, kunnen worden bepaald, en de resultaten kunnen vergeleken worden met de wettelijke of gezondheidsnormen voor drinkwaterkwaliteit.
Toepassingen van LC/MS in drinkwateranalyse:
- Pesticiden en herbiciden: Analyse van restanten van landbouwchemicaliën die in drinkwater terecht kunnen komen door lozingen of afvloeiing.
- Farmaceutische stoffen en hormonen: Aangezien veel geneesmiddelen en hormonen slecht afbreken, kunnen ze in sporenhoeveelheden in water worden aangetroffen.
- Industriële chemicaliën: Dit kan bijvoorbeeld bestaan uit oplosmiddelen, zware metalen, of andere stoffen die door industriële activiteiten in het milieu terecht kunnen komen.
- Microverontreinigingen: Dit zijn vaak nieuwe of moeilijk te detecteren stoffen die in kleine hoeveelheden in water kunnen zitten.
